Blijven schrijven

‘Schrijf je nog’, werd mij op de fiets richting station gevraagd. Het ritme van mijn verhalen was deze maanden inderdaad veranderd. Ik schreef wel af en toe, maar niet met de diepgang die ik gewend was en ook vond ik het lastig het juiste onderwerp te vinden. Bijzonder omdat de meeste verhalen ‘normaal’ meestal vanzelf gaan en ik nooit op zoek ga, omdat het vaak voor mijn neus ligt.

Sinds 9 jaar schrijf ik bewust. Eigenlijk schrijf ik al veel langer, maar sinds de zomer van 2009 schrijf ik voor het oog van een ander. Dat begin was zo nodig en ondertussen ook zo spannend, Ik herinner mij de eerste 12 verhalen die ik via de e-mail richting Zweden stuurde, in afwachting op het oordeel. Dat kreeg ik natuurlijk nooit in de vorm die ik in mijn hoofd bedacht had, van dat stemmetje dat kan verlammen en enkel zo kritisch is als van jezelf.

Dat ik dat stemmetje had was minstens bijzonder te noemen als je de situatie van toen kent. Er werd geen boek gemaakt, geen verhaal voor honderden, het enige dat ik toen deed was  mijn kwetsbaarheid uiten. Wat wil je als een dierbare vriendin kanker krijgt en verhalen de manier waren om elkaar op een dieper level te ontmoeten. Omdat je alletwee een weg zoekt om in zo’n situatie opnieuw te ‘settelen’.

Na de eerste 12 verhalen volgden er velen, stuk voor stuk van mij voor haar. Het kon gaan over van alles, maar in alles zat een verwondering over het alledaagse. Dat was de wens van mijn vriendin om gewoon te horen hoe het gaat, dan steeds het drama van haar ziekte in te moeten door de belangstelling en betrokkenheid (of verwerking) van anderen.

Jaren later toen de ziekte gelukkig allang niet meer daar was kreeg ik voor mijn verjaardag een boek waarin de verhalen gebundeld waren: ‘De wonderen zijn de wereld nog niet uit’. Dat boek kende slechts 2 exemplaren, een voor haar en een voor mij. Het maakt niet uit voor hoeveel mensen je doet wat je doet als je hen maar raakt in het hart. En dat gebeurde,

Na die ‘een op een’ verhalen zat schrijven in mijn systeem en was het een manier om mijn gedachten te ordenen. Soms deelde ik er 1 en raakte ik een ander. Soms hield ik ze voor mijzelf. Als je het deelt weet je niet waar het terecht komt, altijd is er wel iemand die er op reageert of raakt het iemand en hoor ik dat. Maar ook heel vaak verdwijnt een verhaal in de ruimte waar je het einde niet van weet. Dan kan het zijn dat je ineens aangesproken wordt in de supermarkt of dat er juist gezwegen wordt terwijl je niet weet wat er gedacht wordt. Het is beter om dan dat stemmetje niet te laten spreken, dan zou je nooit meer durven schrijven.

Ik hou van schrijven en deel dat, ook sta ik wekelijks voor grote groepen en ben ik bereid mijn verhaal in de ruimte te delen. Als ik dicht blijf bij wie ik ben en in kern van mijn verhaal dan is er geen ruimte voor het oordeel van de ander en vooral niet voor het oordeel van mijzelf. Als daar ruis is dan kun je je voorstellen wat er gebeurt.

Gelukkig heb ik de kunst geleerd om bij de kern te blijven, bij wie ik ben en waar ik voor sta. Zo kan ik dagelijks doen wat ik te doen heb vanuit de verschillende rollen die ik heb. En soms heb ik zo’n moment als ieder ander dat ik de bevestiging nodig heb van mezelf. Dat het ok is. En omdat ik dat ook ken, kan ik verhelderen en inspireren en anderen raken die dat willen. Soms is dat er 1 en soms zijn dat er velen. Het doet er niet toe voor hoeveel mensen je doet wat je doet als je hen maar raakt in het hart.

Of je nou schrijft of niet, spreekt of niet, welke rol je ook hebt in welke omgeving, doe het met heel je hart en vanuit wie je bent en wat bij je past. Ik zal blijven schrijven, spreken, inspireren over wat mij voedt en wat mij verwondert. Vaak zal ik dat delen en soms hou ik het voor mezelf, maar alles zal ik doen vanuit mijn hart, omdat dat ook mij het meeste oplevert.

En die interne criticus? Die zal altijd blijven, ik kijk er naar, glimlach. Die vorm van mildheid is de beste manier voor mij. Em dat werkt!