Dag 92 uit een dagboek

Enkele dagen terug dacht ik er aan bij 100 dagen te stoppen, de crisis immers zo goed als voorbij. Het leek me een mooi moment, lang genoeg. Mooi om op terug te kijken en er een strik om te doen. Maar een tijdsbeeld laat zich niet vangen in mooie afgeronde getallen en het ziet er naar uit dat het rumoer waar we nu in zitten over 8 dagen niet voorbij is. Ik zal het construct dus loslaten van een vooraf gekozen einde. Ik zal schrijven zolang als dat nodig is en zo lang het mij goed doet. In mijn reflectie. De vorm wellicht anders, of de inhoud. Maar dat zien we dan wel.

Ik koos er voor elke dag te schrijven, omdat we nu geschiedenis maken. Met elkaar. Toen niet wetend waar we nu in zouden zitten. Wat we nu achter de rug zouden hebben en wat we voor ons hebben liggen. Niet wetend wat het me zou brengen, in mijn eigen proces, in mijn beleving van de werkelijkheid en de vragen die ik heb, in de verbindingen om mij heen. Veranderend, laverend door de dagen en maanden heen. Terwijl ik wijzer werd door er achter te komen dat we niets weten. Dat ik niets weet. Het voelt voor mij niet alsof ik nu moet stoppen, omdat het nu juist de tijd is om vragen te blijven stellen. Met elkaar in gesprek te gaan, te delen, te verdiepen, via woorden op allerlei vlak. Dat zal ik dan ook doen, op mijn manier en met mijn instrumentarium. 

Is het niet juist 
nu het moment 
voor een ander licht 
zoals dat zoveel 
naar boven komt. 
Omdat er zoveel 
mensen schijnen 
komt het duister 
aan het licht.
En die is niet mals.
Laten we 
blijven kijken, delen,
schrijven en schijnen.

Het stellen van vragen vind ik een mooie basishouding. In verwondering naar het antwoord, naar een inzicht, zonder ingenomen te zijn, zonder oordeel. Benieuwd. Open. Er gebeurt nu teveel waar ik mijn vraagtekens bij zet en ik ben niet de enige. Zo veel mensen die ‘normaal’ de nuance zoeken staan op, schrapen de keel en verheffen hun stem. Vaak ook in liefde, met mildheid. Maar stevig, dat wel. Het is tijd dat we wakker worden, dat we zien dat er zo veel meer is. En dat er meer waar is dan wat ons voorgeschoteld wordt. 

‘Stel je voor dat er iemand van boven mee zou kijken wat we aan het doen zijn?’ De vraag of opmerking had ik niet verwacht, ten minste vond ik hem interessant. Want als we inderdaad van boven af zouden kunnen zien wat er gebeurt, dan zouden we toch andere keuzes maken? Dan zouden we wellicht allemaal opstaan en zeggen dat we dit niet langer willen. 

Ik ben met de kerk opgevoed, nou ja. Ik heb het goed meegekregen. Gedoopt, communie, bidden bij mijn zeer gelovige (en geliefde) grootmoeder. Ik heb de worsteling van mijn ouders, beiden uit Maastricht, gevoeld. Het construct zo bedacht, zo meegegeven, zo doorgegeven. Omdat het hoorde. Ik heb er licht gevoeld en heb ook eenzelfde worsteling gehad.  Ik heb de pijnen die er onder zaten gevoeld en niet begrepen. De boetedoening, de zwaarte, de schilderijen, de verhalen, de schandalen. Ik heb me verbonden en ik heb me er van afgesloten, ik heb me er van gedistantieerd. Vandaag kijk ik er anders naar en kan ik de menselijke bemoeienis en manipulatie zien van iets dat in de essentie misschien wel klopt. Veel te veel is er eeuwenlang geprobeerd ‘iets’ in een hokje te stoppen. 

Van goed of kwaad, van zwart of wit.
Zoals we dat als mens willen doen.
Om het te kunnen begrijpen.

Zo simpel als dat lijkt, zo is de werkelijkheid niet. Daar filosoferen geleerden door de geschiedenis al over. En het lijkt erop dat er nog steeds niet 1 definitie van de waarheid is. Feit is dat onze waarneming een rol speelt, vaak en zo niet altijd. Ons oog bepaalt altijd ons oordeel, of we iets mooi vinden of niet. Zo is dat in alles in het leven, zelfs in de journalistiek en wellicht ook in de wetenschap. Het ego speelt vaak een rol of een wereldbeeld dat wij hebben, gekleurd door van alles. Laten we niet doen alsof dat niet zo is.

Absolute waarheid valt te betwisten. Dat laat het huidige tijdsbeeld heel goed zien. Meer dan ooit te voren. Er komen nu zaken aan het licht, er worden feiten als waarheid bestempeld waar velen hun vraagtekens bij hebben. Omdat het indruist tegen de eigen waarheid, diep van binnen, tegen het gezonde verstand en tegen constructen die we wel belangrijk vinden, zoals onze vrijheid. We hebben onze vragen nodig voor een andere dimensie. 

Want laten we even eerlijk zijn naar elkaar. 
Zo kan dit toch niet langer. 

Laten we vragen blijven stellen en naar onze eigen waarheid luisteren, van binnen. En laten we die dan uitspreken, op onze eigen manier en met onze eigen vormen. Sta op, schraap je keel en verhef je stem. Vanuit liefde. Voor ons en onze kinderen.